“Poëzie is voor tien procent inspiratie, de rest is transpiratie”. Deze gevleugelde uitspraak van Mirjam geeft aan waar poëzie volgens haar voor staat: hard en toegewijd werken. Een verhaal vertellen in verdichte taal, een emotie vangen in techniek.
De poëzie van Poolster kenmerkt zich door klankrijk taalgebruik en dubbele betekenissen. De eerste lezing levert een begrijpelijk en toegankelijk beeld, maar vaak zit er een (klein) addertje onder het gras van die bovenlaag. Ook struikeldichten maakt zij graag en om dezelfde reden. Poëzie is voor haar proberen om met weinig woorden een zo duidelijk mogelijk beeld in de wereld te zetten. Een beeld dat bij de lezer een emotie, of een gedachte teweeg brengt die uitnodigt om verder kijken dan diens neus lang is.
Ze schrijft in opdracht over veel verschillende onderwerpen en haar werk heeft vaak een beetje melancholische ondertoon. Hoewel zij het leven elke dag weer beschouwt als een feest dat gevierd mag en moet worden, klinken haar verzen daar niet altijd naar. Zoals zij zelf zegt: “een light verse dichter zal ik wel nooit worden”.
Betekenis
Poolster schrijft zowel vormvaste als vrije gedichten en vindt dat mensen niet te hoogdravend moeten doen over poëzie. De vraag: wat heeft de schrijver hier bedoeld te zeggen?, vindt zij onzinnig. De lezer heeft volgens haar een eigen aandeel in de betekenis van een vers. En die lezer weet bovendien zelf wel wat hij/zij eruit wil halen, of er mooi/lelijk aan wil vinden.
Zij vindt het schrijven van poëzie belangrijk omdat het kan bijdragen aan een beter begrip tussen mensen. “Ik geloof oprecht dat als wij elkaars beeldtaal kunnen begrijpen en respecteren, dat de communicatiestoornissen (ruzie) in de wereld minder kunnen worden.”
Schrijvers zouden hun publiek serieus moeten nemen. Zij zelf schrijft absoluut niet alleen voor poëzieliefhebbers of mensen die een cursus Nederlandse letteren hebben gevolgd. Haar adagium is: doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg. En met gewoon bedoelt zij dan heel ouderwets: serieus en hard werken.